Het selecteren van het juiste type RAID-opslag is afhankelijk van hoe je deze gaat gebruiken en welke voordelen je wilt verwerven. Er bestaat een grote verscheidenheid aan verschillende RAID-typen, waarbij opties als RAID 0, RAID 1, RAID 5 en RAID 10 het meeste voorkomen. Er zijn echter nog andere die heel geschikt kunnen zijn voor meer ervaren gebruikers, afhankelijk van je specifieke workflow en de omgeving waarin je je RAID-systeem gebruikt.

Als je bijvoorbeeld op zoek bent naar RAID-configuraties die je systeemprestaties een impuls kunnen geven, kun je enkele van deze oplossingen bekijken. Als je geïnteresseerd bent in het verbeteren van de gegevensredundantie en de algehele fouttolerantie van je opslag, moet je hier maar eens een kijkje nemen. En als je de juiste balans tussen beide wilt vinden, lees je hier verder.

JBOD, dat staat voor Just a Bunch of Disks, en JBOF, dat staat voor Just a Bunch of Flash, zijn configuraties van harddrives en SSD’s waarin meerdere drives zijn geconsolideerd binnen een enkel apparaat, maar elke drive onafhankelijk van de andere handelt.

In wezen bevindt elke schijf zich in zijn eigen logische volume, hoewel het systeem ze als aparte externe drives identificeert. Hiermee wordt cruciale flexibiliteit toegevoegd voor bepaalde scenario’s door drives van verschillende capaciteiten te gebruiken of later drives toe te voegen zonder dat herformattering is vereist.

Het is echter de moeite waard om op te merken dat JBOD en JBOF geen extra prestaties of redundantie bieden.

Bij spanning wordt de meerdere drives van een JBOD-installatie gecombineerd tot een enkel logisch volume op je systeem. In het lees-/schrijfproces betekent dit dat je bestanden één drive vullen en daarna de volgende, enzovoort.

Het valt te vergelijken met RAID 0 omdat je hiermee de grootst mogelijke capaciteit krijgt op een enkel volume. Aangezien de gegevens echter niet worden opgesplitst of gestriped, vinden storingen plaats op het niveau van individuele drives in plaats van in het hele array.

Houd er tevens rekening mee dat spanning niet tot snellere prestaties leidt.

Ja. Het lijkt misschien of de nummering van de RAID-typen willekeurig is, maar er bestaan ook nog andere RAID-typen. Deze zijn hierboven niet besproken en het is ook niet gemakkelijk om apparaten te vinden die ze ondersteunen, omdat ze in de meeste gevallen zijn vervangen door de hier besproken RAID-typen of in zeer specifieke nichetoepassingen worden gebruikt. Er zijn ook typen waaraan een "E" of andere letters zijn toegevoegd. Deze geven variaties van bestaande typen aan die complexer en/of specifiek voor een bepaald bedrijf zijn. Als je hier meer over wilt weten, adviseren wij je productinformatie te raadplegen op een apparaat dat deze ondersteunt.

RAID 50 en 60 lijken veel op RAID 10, aangezien het allemaal "geneste" RAID’s zijn. Het eerste cijfer in het type, respectievelijk 5 en 6, geeft aan met welke subset zij zijn gebouwd. Dit kunnen RAID 5-arrays of RAID 6-arrays zijn. Het tweede cijfer geeft het RAID-type aan waarin het eerste is "genest". In dit geval is dat RAID 0.

Laten we hier eens nader naar kijken.

Dus met RAID 50:

• Stripen twee RAID 5-subsets elkaar in RAID 0.  
• Bij acht drives fungeren vier drives als RAID 5 met hun eigen pariteit. Nog eens vier doen hetzelfde met het opsplitsen van gegevens tussen twee sets. 
• Elk van de vier drives in elke set zou defect kunnen raken. Dat komt neer op één tot twee drives. Twee als deze zich niet binnen dezelfde subset bevinden.

Dus met RAID 60:

• Stripen twee RAID 6-subsets elkaar in RAID 0.
• Met acht drives zou elk van de vier drives in elke set defect kunnen raken. Dat komt neer op twee tot vier drives. Vier als twee van de ene subset en twee van de andere subset zijn.

RAID 50 versus RAID 60:

• RAID 50 levert snellere prestaties dan RAID 60.
• Bij RAID 60 wordt, net als bij RAID 6, pariteit voor alle gegevens tweemaal weggeschreven. Daardoor "verlies" je twee schijven aan capaciteit per RAID 6-subset.
• Bij RAID 50 is dat één schijf per subset.

Geneste RAID-typen vertonen subtiele verschillen met de standaard RAID-typen om betere prestaties en/of potentieel grotere fouttolerantie mogelijk te maken. Zij vereisen echter over het algemeen meer schijven.